Omdat Klaas Van der Linden (1986) zijn atelier ‘a mess’ is, ontvangt de 22-jarige kunstschilder me op een regenachtige ochtend in zijn salon in hartje Gent.
Goedemorgen Klaas. Dit wordt een hele boterham op onze nuchtere maag. Vertel eens: hoe zou je zelf je schilderijen in het kort omschrijven aan de lezers?
Klaas Van der Linden: Krachtige duidelijke scherpe beelden met een optimaal contrast. Dit contrast wil ik soms nog meer benadrukken door fluo kleuren aan te maken op een zwarte achtergrond. Net zoals je bij graffiti duidelijke scherpe vlakken tegenkomt. Beelden die heel vlug heel duidelijk zijn. Voor mij is een flou, wazig beeld iets dat ik niet zo graag zie.
Op je website lezen we: mijn werken zijn een cross-over tussen schilderkunst en graffiti op doek = post-graffiti. Leg eens uit.
Van der Linden: Vanaf mijn twaalf jaar ben ik al in de weer met spuitbussen. Eerst spoot ik letters op de muren, later waren dat figuratieve beelden die ik haalde uit magazines, van internet… Na een tijdje vond ik die niet meer goed onderbouwd en wou ik persoonlijk beeldmateriaal maken. Dus alles wat na mijn graffiti-tijd komt is post-graffiti. Nu gebruik ik verf in combinatie met spuitbus op doek. Het is ook belangrijk dat ik die doeken nu kan ‘meenemen’ en ze niet vaststaan op een muur, dat ze ‘eeuwigbestaand’ zijn.
Uw schilderijen lijken vooraf uitgedacht en aan een bepaald concept verbonden, het is geen spontaan ontstaan beeld.
Van der Linden: Het uiteindelijke resultaat is wel een spontaan ontstaan beeld, ik weet nooit het uiteindelijke resultaat. Het zijn allemaal beelden uit mijn persoonlijke omgeving. Ik werk op verschillende sporen: zelfportret, 'people I know' en ‘overuren’. Die drie heb ik nodig om wat afwisseling te scheppen.
Doorheen je expo in Artifex heb je inderdaad drie ‘rode draden’. Werk je daar ook bewust zo aan in je atelier of werk je meer in losse flodders?
Van der Linden: Die reeksen vormen zich niet bewust. Ik heb die afwisseling gewoon nodig om met de juiste ‘drive’ te werken aan mijn doeken.
Ben je dan altijd met verschillende werken tegelijkertijd bezig in je atelier?
Van der Linden: Soms gebeurt het dat ik aan meerdere schilderijen tegelijkertijd werk, maar over het algemeen concentreer ik me op één werk. Vroeger werkte ik zo’n twee à drie dagen aan een portret, maar nu durf ik er al twee à drie weken aan te schilderen.
Waarom is je beeldkeuze zo realistisch? Heb je geen zin je beelden te vervormen?
Van der Linden: Wel, sowieso vervorm ik de realiteit, al lijkt het figuratief realistisch. Ik breng altijd subtiele vervormingen en effecten aan in mijn portretten, zoals gouden tanden bijvoorbeeld, of de nadruk leggen op bepaalde vormen waardoor het portret meer begint te leven. Zo heb ik bij mijn laatste werk de nadruk gelegd op het hoofd. Ook komen vaak verschillende beelden samen. Die dingen heb ik uit de graffiti geleerd.
Vanwaar die nood zelfportretten te maken? Als spiegel van de ziel?
Van der Linden: Die nood is een klein beetje aan het veranderen, omdat ik nu ook rond andere thema’s werk, maar dat is wel een startpunt geweest. Ik ben begonnen met een reeks zelfportretten op muren -ook in het buitenland- en de reacties waren heel positief. Tijdens mijn studies Vrije Grafiek in Sint-Lucas heb ik dan ook gekozen voor zelfportret. Het blijft een manier om me uit te drukken. Ook de verwijzing naar de geschiedenis van de schilderkunst boeit me. Zowel Egon Schiele als Rembrandt zijn namen waar ik mee ben opgegroeid en die kunstenaars hebben me enorm geïnspireerd.
Je vindt het dus als jonge schilder ook belangrijk je klassiekers in de schilderkunst te kennen en die traditie te bewaren?
Van der Linden: Zeker! Vroeger werden edellieden of mensen uit de godsdienst geportretteerd en nu kies ik voor mijn eigen omgeving om mensen weer te geven. Ik gebruik ook invloeden uit het verleden om portretten te maken, zoals bijvoorbeeld een gouden achtergrond.
Van der Linden:
Laat ik ze voorstellen als schilderijen met een eigentijdse visie met daarbij verwijzingen naar het verleden. Sowieso is het medium spuitbus eigentijds. Qua thema kan ik mijn zelfportret met een rood doek voor mijn gezicht eigentijds genoemd worden, want het is de vermomming van graffitispuiters. We kijken door de opening van de nek van een t-shirt en binden dan de twee mouwen samen. Dit is dan een verwijzing naar een werk van Jan Van Eyck met een schilderij van een man met een tulband.
In je expo lijken je portretten allemaal gevangen of ingesnoerd te zitten en lijken ze sterk verinnerlijkt…
Van der Linden: Die opmerking heb ik nog gekregen. Het zijn vaak mensen die ik ’s nachts gefotografeerd heb, soms na het uitgaan, en veelal roepen die een bepaalde sfeer op. Met die beelden wil ik ook iets vertellen over hun innerlijke ‘zijn’. Sowieso schilder ik mensen die ik boeiend vind en een daarom wil ik dat het beeld ook boeiend is.
Uw serie ‘overuren’ is ook gebaseerd op foto’s die je zelf ’s nachts van die treinwerkers hebt genomen. Ik las in de Zone09/ dat je gefascineerd bent door de nacht, het kille, koude, het grauwe…heb je dat al altijd in je of hoe is dat gekomen?
Van der Linden: De reden waarom ik mensen met fluo pakken schilder is omdat ik die vaak tegenkwam op stations, op stelplaatsen en langs sporen waar we graffiti spoten. Het zijn vaak mensen die werken aan de treinen, de sporen of de graffiti's verwijderen… Die werkers met fluo vesten vallen op in de nacht. Zo ben ik de dialoog met die mensen aangegaan, beginnen foto’s nemen van hen. Ze beginnen schilderen...
Zijn er nog andere hedendaagse schilders waar je naar opkijkt?
Van der Linden: Neo Rauch, Sam Dillemans en Michaël Borremans vind ik wel heel interessant. Maar ik heb het eigenlijk meer voor schilders uit het verleden. Hedendaagse schilderkunst vind ik niet altijd zo goed, ik hou echt van duidelijke scherpe beelden. Bij Egon Schiele hou ik van de bitterheid van de gezichten en wrange karakters. Bij Rembrandt dan weer van de clair obscur en het werken vanuit een donker vlak. Ook Rogier Van Der Weyden en Van Dijck zijn twee schilders waar ik enorm naar opkijk vanwege hun goede weergave van textuur en materie.
Francis Bacon? Lucian Freud?
Van der Linden: Bacon vind ik als figuur interessant, maar daar heb ik geen invloed van. Ik vind het wel heel bizar hoe hij een figuur opbouwt. Hij maakt eigenlijk vanuit een abstractie een herkenbaar beeld. Zijn tijdgenoot Lucian Freud vind ik veel interessanter door zijn coloriet en vormen, daar heb ik wel meer invloed van.
Als je aan een doek begint, begin je met potlood aan een tekening of val je onmiddellijk aan met verf?
Van der Linden: Ik vertrek altijd vanuit een zwart vlak. Ik heb vlekken op mijn ogen en zie niet goed op een wit vlak. Maar ik voel me veel rustiger als ik vanuit een zwart vlak vertrek. Daarbij heb je ook onmiddellijk het clair-obscur effect natuurlijk en kan ik de figuur in het licht al schilderend uit dat zwarte vlak halen.
Als je aan het schilderen bent in je atelier, ben je dan meer bezig met je techniek of voel je je in een soort trance?
Van der Linden: Die trance is wel heel belangrijk, maar die was vroeger nog veel groter dan nu. Nu ben ik afgestudeerd en moet ik iets rationeler beginnen denken. Twee jaar geleden begon ik om zes uur ’s avonds te schilderen en ging ik door tot zes uur ’s ochtends. Als er mensen aan mijn deur stonden wimpelde ik die af, want ik wou echt doorschilderen tussen die uren. Nu sluit ik me niet meer zo op, heb ik een vriendin en dat verandert de kwestie ook wat.
Je vriendin beïnvloedt dus je ‘schilderkunsttijd’?
Van der Linden: Ja, toch… Je moet gewoon ook aan haar en aan andere mensen denken. Vroeger dacht ik niet aan andere mensen in de zin van onmiddellijk contact. Ik deed gewoon mijn ding, schilderen dus, en de rest kon mij gestolen worden.
Vroeger kon je je er meer in vinden alles voor het schilderen op te geven zoals een Sam Dillemans?
Van der Linden: Ik werkte inderdaad in één beweging door. Nu heb ik een agenda, begint het leven serieuzer te worden.
Wat wil je eigenlijk dat je schilderijen losweken bij het publiek?
Van der Linden: Aangezien ik sta voor een duidelijk herkenbaar beeld wil ik bij de mensen iets opwekken. Het beeld zelf is belangrijk, ik wil dat het de mensen aanspreekt. Het hoeft daarom niet mooi bevonden te worden, want soms zijn mijn beelden bitter of zelfs gruwelijk, maar ik wil wel dat ze gevoelens opwekken. Ik zou het fijn vinden als mensen beginnen nadenken als ze naar mijn werk kijken.
Van der Linden: Moeilijke vraag… Ze kunnen over zichzelf denken, over mij, mijn vrienden… Ze kunnen zich kunnen afvragen wie die kerels zijn. Als ik een portret voorstel van iemand met een blauw oog, gaan mensen zich toch beginnen zich vragen stellen en zal dat een gevoel opwekken… maar dat gebeurt onbewust.
Schilder je vooral voor jezelf?
Van der Linden: In oorsprong is dat zeker voor mezelf geweest.
Als je jong was was, schilderde je dan meer als therapie?
Van der Linden: Als kind kon ik me al een hele dag met stiften en papier bezighouden, ik had niks méér nodig. Zo ben ik verder blijven tekenen en schilderen. Het is pas achteraf dat mensen appreciatie zijn beginnen tonen voor de dingen die ik maak. Het zijn dié mensen die zijn beginnen zeggen dat mijn beelden iets bij hen losweken.
Zag je, toen je vroeger een 12 uur per nacht schilderde, het schilderen als een surrogaat voor het echte leven?
Van der Linden: Ja, ik had en heb dat nodig, dat deed gewoon deugd en dat was op dat moment de beste oplossing. De eerste drie jaar in Gent ging ik trouwens ook niet uit. Ik was gewoon niet bezig met vrienden of meisjes.
En je voelde je gelukkig met alleen je doeken in je atelier?
Van der Linden: Toch wel. Het is pas in mijn vierde jaar Vrije Grafiek dat ik doorhad dat de studentijd eigenlijk de beste tijd van je leven is en ik eigenlijk constant had geschilderd. Toen ben ik wat meer sociaal contact beginnen opzoeken en ben ik communicatiever geworden. Ik denk dat ervoor de meesten mij ‘nen raren’ vonden, al had ik natuurlijk wel altijd enkele goede vrienden in mijn omgeving. En in de graffiti wereld respecteren ze je voor wat je maakt, je kan er iemand zijn door je goede graffiti tekeningen.
Zie je je altijd blijven schilderen? Ben je op zoek naar dat ene absolute beeld?
Van der Linden: Als ik kijk naar schilders uit de kunstgeschiedenis en de manier waarop ze hun leven leidden, spreekt me dat heel erg aan. Al klinkt dat naïef of utopisch. Maar ik zie me toch altijd creatief bezig blijven.
Hoe zit het met muziek? Hoort dat erbij als je aan het schilderen bent? Of wil je alleen je penseel op het canvas horen?
Van der Linden: Muziek is voor mij heel belangrijk. Mijn beste schilderijen heb ik dan ook al gemaakt op de muziek van Depeche Mode. Soms zit ik zelfs te wenen als de muziek en het schilderen perfect samengaan.
Zie je je dan binnen 40 jaar als een Fred Bervoets die nog moedig blijft doorschilderen of eerder als een ‘artifarti’ artiest die in het MOMA hangt?
Van der Linden: Ik wil zeker hedendaagse beelden blijven maken en openstaan voor frisse invloeden, het schilderen heel vlot houden, waardoor ik ook denk dat ik niet ergens zal wegkwijnen in één of ander atelier. Ik wil altijd een trapje hoger klimmen. op de ladder. Sowieso moet je stap per stap werken en er heel hard voor werken.
Wil je rijk worden met je schilderen?
Van der Linden: Ik zie dat als een gevolg van de situatie, maar ik zou er wel graag van leven. Ik denk toch dat ik best een banale job helemaal buiten het schilderen kies –in tegenstelling met de meesten die voor het lesgeven kiezen- om dan daarnaast te kunnen schilderen. Ik ben bang dat je anders je job die verbonden is met het schilderen dan toch maar mee naar huis neemt en dan ben je niet meer fris in je atelier. Dit geldt voor mij, daarom niet voor andere schilders.
Je wilt naam maken. Wat zou je daar allemaal voor opgeven?
Van der Linden: Ik geef daar nu ook al alles voor op. Schilderen staat centraal in mijn leven, ik doe niks anders. Schilderen is mijn dagtaak.
Heeft de CANVASCOLLECTIE, waarvoor een werk geselecteerd was, je windeieren gelegd?
Van der Linden: Jazeker, veel mensen hebben hierdoor mijn werk leren kennen en ik heb er veel reactie op gekregen.
Waarom kiest een jonge gast als jij voor het klassieke medium schilderkunst?
Van der Linden: Ik hou echt van het feit dat je een penseel vastneemt, daar verf aanhangt en je als schilder daarmee aan de slag gaat. Ook het prachtig coloriet waar je telkens mee werkt blijft me boeien en ik blijf me ermee amuseren. Een ‘never ending story’…
Het interesseert je niet op je laptop te zitten kunst maken?
Van der Linden: Totààl niet, ik vind dat een wrang idee. Programma’s op computers om beelden te verwerken zijn dingen die mensen ook kunnen maken in hun hoofd als ze genoeg fantasie en inlevingsvermogen hebben. Je handen en je medium zijn dan eigenlijk de printer, waar andere mensen dat van hun printer zouden printen. Ik zie mezelf als een zeer creatieve ‘machine’ met heel veel fantasie. Ik snap niet waarom mensen kiezen voor een machine, zoals de computer.
Zie je schilderen als een intellectuele discipline?
Van der Linden: Het is nogal moeilijk om van jezelf te zeggen dat je intellectueel bent. Het gaat om een bepaald denkniveau. Als je op een bepaalde manier nadenkt over beelden en je kan daarmee goed overweg, dan ben je wel op intellectueel niveau bezig. Het gaat om een bepaald punt in een beeld dat me aanspreekt. Ik vergelijk het met een gitaar stemmen tot de snaren goed staan, tot je de juiste toon hoort, zo zie ik het ook met beelden.
Wil je nog iets kwijt aan je lezers?
Van der Linden: Er zijn een paar zinnen in mijn leven die tot nu toe belangrijk geweest zijn. Een leraar zei me: ‘the important thing is to do’. In de graffitiwereld heb ik geleerd: ‘king for a day, fool for a lifetime?’ Daarom heb ik voor het canvas gekozen, het moet blijven interessant zijn, iets blijvend zijn. De laatste zin die ik in het achterhoofd houd is: if you don’t have a dream, how do you ever going to get a dream come true?
Die zinnen blijven me motiveren, elke dag opnieuw…
Dank je voor het frisse gesprek Klaas.
Hilde Van Canneyt, Copyright 2008. Met dank aan croxhapox.
Klaas Van der Linden stelt tot 2 januari nog tentoon in Artifex, Walpoortstraat 3, 9000 Gent.
www.klaasvanderlinden.com