Voor wie nog iets aan deze woorden heeft...
Interview met Luc De Vos
Gent, vrijdag, 23 januari '09.
Hoi Luc, een eerste allroundvraagje om onze hersenen wat op te warmen: wat is kunst?
De Vos: Ik heb al veel over deze vraag nagedacht omdat ik zelf wat in die sector zit. Want is popmuziek kunst? Daar moet ik negatief op antwoorden. Als ik me iets bij kunst voorstel, moet het toch altijd een commentaar op het leven zijn. Iedereen leeft en heeft hersenen, dus de mogelijke energie om kunstenaar te zijn zit in iedereen denk ik. Kunst is altijd een ervaring die je wilt delen met andere mensen. Het kernwoord is communicatie. Zo van: ‘kijk mensen, ik heb iets meegemaakt en wil daar iets over zeggen en ik doe dat met mijn medium’. Kunst is commentaar op een ervaring. Waarom tijd verliezen met dingen maken voor jezelf? Tenzij therapeutisch, maar dan is het meer een vorm van medicatie.
Wat versta je onder hedendaagse kunst?
De Vos: Als je het een beetje theoretisch en nuchter bekijkt, is het maar meer dan logisch dat hedendaagse kunst bestaat. Het zou een beetje belachelijk zijn nog altijd het Lam Gods te schilderen. Mocht Jan Van Eyck vandaag leven, dan zou hij ook het Lam Gods niet meer schilderen, maar zou hij dat thema in videokunst of in een conceptuele vorm gieten. Je kan natuurlijk bezwaren hebben tegen hedendaagse kunst omdat die zoektocht naar vernieuwing er niet moet zijn om die zoektocht zelf. Dé commentaar op conceptuele kunst is natuurlijk altijd: ‘ik kan dat ook’. Ik kan ook zoals Damien Hirst een paard in twee snijden of aan een Chinees vragen vragen wat diamanten op een schedel te lassen. Dit is een negatieve commentaar op conceptuele kunstenaars, maar ik denk dat velen ook de humor van hun eigen kunst inzien, ik hoop het! Humor is uiteindelijk ook een deel van het leven, je hebt liefde, vreugde, afscheid nemen,… en die mogen ook belicht worden in de kunst.
Vind jij hedendaagse kunst een soort mengvorm van het leven van nu?
De Vos: De samenleving is zo ingewikkeld dat je wel moet op zoek gaan naar nieuwe beelden en vormen. Onlangs schreef ik een stukje in de ‘Gazet van de Opera’ en het ging over de hedendaagse uitvoering van de ‘Ring der Nibelungen’. In plaats van een zwaard hadden ze een GSM, een helm was een computer, alles aan onze tijd aangepast, het was een uitvoering van Ivo Van Hove. Maar uiteindelijk maakte dat voor mij niet zoveel verschil. We zijn hier nu, in het ‘hedendaagse’ en meer dan een wandelend spijsverteringsstelsel zijn we niet, zegt Michael Houellebecq. Alle oude thema’s worden telkens hernomen. Zoveel thema’ zijn er trouwens niet, mogelijkheden om ons te uiten ook niet: film, literatuur, beeldende kunst, muziek… toch beperkt.
Er is onderzoek gedaan naar hoeveel thema’s er beschreven werden in de wereldliteratuur en er waren er maar 23! Meer is er niet. Alles wordt herkauwd en ieder mens moet proberen op zijn manier met de wereld om te gaan, wat soms tot fantastische kunstwerken leidt.
Over naar ‘kunstgeschiedenis’: kan je je herinneren welk kunstwerk voor de allereerste keer indruk op je maakte?
De Vos: Ik moet een jaar of zestien geweest zijn toen ik voor de eerste keer echt met schilderkunst in contact kwam en het was de onnavolgbare Engelse schilder William Turner die me toen omver blies. Liefde op het eerste zicht. Ik zat in de Latijn-Griekse en had een inspirerende leraar, Jean-Pierre Rondas, die nogal begeesterd was door literatuur en schilderkunst. Hij nam ons mee naar het MSK en daar hingen die gasten van de Latemse School, zoals Gustaaf De Smet en zo. Daar vertelde hij zo enthousiast over en die schilderijen raakten toch een gevoelige snaar bij me. Het is wel belangrijk een leermeester te hebben, zeker op die leeftijd, want dan lopen we toch maar rond als een kieken zonder kop. Zelfs al ben ik nu nog altijd een amateur, mensen met kennis die je bepaalde dingen aanwijzen zorgen toch dat je interesse gewekt wordt en dan is de stap in de goede richting al gezet. Tot nu toe is schilderkunst uit de 19e eeuw nog altijd mijn favoriet.
Ik las dat muziek je grote liefde al was toen je vier jaar oud was. Kan je je nog herinneren ooit in de weer geweest te zijn met verf of boetseerklei aan de keukentafel?
De Vos: Ja hoor, maar ik besefte al vroeg dat ik er totaal geen verstand van had, wat wel bevrijdend was dat in te zien, vandaar ook mijn bewondering voor goede schilders. Als ik muzikanten zie heb ik die bewondering niet, misschien omdat er altijd een rancune of afgunst insluipt.
Hoe sloop muziek dan je leven binnen? Kreeg je op je vierde een gitaar van één of andere nonkel of… ?
De Vos: Daar heb ik allemaal zelf voor moeten zorgen, ik ben volledig autodidact op dat vlak, ik was al zestien toen ik mijn eerste gitaar vastnam.
Als tiener ook nooit de behoefte gehad ‘den kunstenaar’ te gaan uithangen?
De Vos: Ik heb een soort ‘Jezus-periode’ meegemaakt en wist pas heel laat wat ik wou doen met mijn leven. Er zijn gasten die op die leeftijd al ambitieus zijn, maar mij leek de wereld op dat moment nogal moedeloos, terwijl ik al die mensen rond mij zag rondspringen en doen.
Ik maakte wel al liedjes vanaf ik mijn eerste akkoord kende en schreef hier en daar wel wat, maar besefte dat het allemaal nog niet goed genoeg was. Een oude schoolmakker heeft me nog eens een cassette uit ’82 laten horen, manneke, ben ik blij dat nooit iemand dat ooit gehoord heeft! Laat ons zeggen dat ik eerst nog wat moest leven, want ik voelde wel degelijk dat ik het in de vingers had.
Tussen uw 21e en 46e liggen zo’n 25 rock’-n-roll jaren. Kan je op je twee handen tellen hoeveel keer je een museum bent binnengestapt van oude of hedendaagse kunst?
De Vos: De laatste 10 jaar ben ik toch wel bewust naar oude steden getrokken om er van alles wat kunst aanbelangt te gaan proeven. Mijn liefde gaat sowieso wat meer uit naar de oude kunst omdat ik altijd denk dat het vroeger toch moeilijker was kunst te maken. Maar in de begrenzing toont zich de ware meester, zegt men. (Ik bespaar jullie zijn Duitse vertaling ervan.) In de renaissance hadden ze maar beperkte materialen en technieken voor handen en binnen dat kader moest het gebeuren.
Kunstwerken van nu hebben meer een handleiding nodig, want zowel in de ideeën als in de uitvoering ervan is er totale vrijheid. Maakt conceptuele of abstracte kunst iets in je los?
De Vos: Niet zoveel. Het is zo voor de hand liggend omdat elk idee kan gedacht worden. Ik kan een olifant in een Boeiing742 zetten en die laten neerstorten in de Atlantische Oceaan en daar een foto van nemen, wat dan mijn kunstwerk is.
Je vindt vakmanschap belangrijker dan het concept?
De Vos: Toch wel.
Als je zelf beeldend kunstenaar zou worden, zie je jezelf dan als een schilder, beeldhouwer, fotograaf, videokunstenaar...?
De Vos: De hoofdfiguur in mijn nieuwe boek ‘Het Mensdom’ wordt op het einde een conceptuele kunstenaar en hij denkt een gigantisch kunstwerk uit. Ik kan verklappen dat hij er steenrijk mee wordt. Maar je vraag is zodanig hypothetisch dat ik er geen antwoord op weet. Naast schilderkunst heb ik ook voor beeldhouwkunst een enorme bewondering. Die fysieke arbeid alleen al om daar op een beeld te gaan kloppen en op te passen dat je de neus er niet afkapt. Wat een moed!
Wat zou je uitbeelden als je dan toch die beeldhouwer zou zijn?
De Vos: De naakte vrouw natuurlijk, die is zo prachtig om te zien in het echt, dat ik me niet zou vervelen haar in kunst om te zetten. In Rome ben ik naar Bernini gaan zien, zijn beelden zijn gewoon prachtig. Laten we het erop houden dat ik misschien wel een wilde beeldhouwer à la Rik Poot zou willen zijn.
Ben je al ooit op een kunstwerk of de afbeelding van een vrouw verliefd geweest?
De Vos: Een erotische gedachte erover hebben is er misschien wat over, maar soms, man man, die vrouwen van Bernini…
Als je ‘Mia’ van je gelijknamige song zou voorstellen in een kunstwerk, hoe zou ze eruit zien?
De Vos: Ze zou er al wat ouder moeten uitzien, zeker niet van de magersten, niet te aantrekkelijk, een sterke vrouw zoals dat heet. Een vrouw die denkt dat cynisme de wereld kan redden, een vrouw met haar op de tanden.
Hoe zou je je song ‘Veronica komt naar je toe’ schilderen of beeldhouwen?
De Vos: Een vrouw in Pop Art-achtige stijl geschilderd, met rood schaamhaar en ‘tetten’ die in de lucht vliegen en met heel veel kleuren geschilderd. Het mag wel wat extravagant. Ik ben zelf te lang verlegen geweest. Het leven is te kort, je mag jezelf wel wat belachelijk maken, schaamteloos zijn, zowel als mens als als kunstenaar.
Heb je deze zomer de expo ‘IT’S NOT ONLY ROCK’-N’-ROLL BABY!’ in de BOZAR bezocht?
De Vos: Nope, er wel veel negatieve commentaar over gehoord.
Je mag je nooit laten beïnvloeden door negatieve commentaar meneer De Vos! Altijd zelf op prospectie gaan! Ik heb hier de catalogus van de expo bij. Vooraan zie je al de namen staan van de deelnemende muzikanten. Kies eens drie namen uit en raadt eens afgaande op de muziek die ze maken, in welke beelden zij zich zouden uiten.
De Vos: Bij Pete Doherty stel ik me voor dat hij een blad papier neemt, er een tas koffie over giet, nog wat ketchup erop morst en er dan zijn sigaret op uitduwt.
(We kijken in de catalogus of De Vos er al dan niet ver naast zit.) Ja! Ik zit er niet ver van, in plaats van ketchup gebruikt hij zelfs zijn eigen bloed in zijn schetsen! Het plaatje klopt, al is hij natuurlijk een wandelend cliché, een karikatuur van zichzelf.
The Kills zijn natuurlijk ook een leuk groepje, Jamie Hince ziet er nogal een intellectueel uit. Ik vermoed dat hij clair-obscur foto’s maakt die refereren naar de franse cultuur uit de jaren ’50. (We check it out.) Polaroids! Ze stralen een Amerikaans jaren ’70 sfeertje uit. Cool, zat er niet ver naast toch?
Bent Van Looy staat er ook tussen. Die ken je vast wel.
De Vos: Op onze vijfde plaat ‘Eindelijk vakantie’ staat er een kunstwerk van hem afgebeeld, het hangt trouwens op onze slaapkamer. (Luc troont me mee naar de slaapkamer, waar ik alleen probeer oog te hebben voor het schilderij, red) Ik heb het van Bent gekocht, muzikanten moeten de beeldend kunstenaars een beetje steunen hé! (lacht)
Ik moest nog een derde kunstenaar kiezen, laten we Antony (van Antony and the Johnsons) nemen. Ik associeer hem toch met de 19e eeuw. Hij doet me denken aan de ‘poètes maudits’ zoals Verlaine en Baudelaire. Het is een homo die zichzelf graag in vrouw verkleedt, dus als beeldend kunstenaar denk ik dat hij iets met textiel doet… laat ons zeggen dat hij truien breit…
Ahum, laten we eens kijken hoe hij zich beeldend uitdrukt. Collages, tja… en hier een inkttekening, ik weet zelf niet wat ik ervan moet vinden.
De Vos: Veel van de hedendaagse kunst die gemaakt wordt is heel verwarrend, de strakke lijnen van Mondriaan zijn er wel degelijk uit. Wat Antony doet noem ik de ‘droedelkoffievlekkenkunst’. Mocht je dat zien liggen in een huiskamer die vol met rommel ligt, zou je denken: wat een smeerlapperij ligt hier nu. Maar alleen al het feit dat het hier afgebeeld is op een mooie boekafdruk met een wit randje, heeft het onmiddellijk cachet.
Snap je dat muzikanten beeldende kunst maken als tegenwicht voor muziek? De bassist van Hitch zei me eens dat (rock)muziek alleen dom maakt. Heeft hij gelijk?
De Vos: Het feit dat die tentoonstelling opgezet werd, is al een bewijs dat veel muzikanten met kunst bezig zijn. Muziek alleen is inderdaad te beperkt, zelf heb ik altijd de behoefte daar nog een extra commentaar aan toe te voegen. Ik ken trouwens niemand in België die naast zijn popteksten ook nog proza schrijft.
Songschrijven alleen bevredigt je niet?
De Vos: In mijn tijd deden gasten als Paul Snoeck of Hugo Claus wel achttien dingen tegelijkertijd. Ze maakten films, schreven boeken, schilderden, fotografeerden,… echt allesdoeners. Terwijl ze het nu raar vinden als je twee dingen tegelijkertijd doet. Ik heb altijd proza willen schrijven omdat het voor de hand ligt voor mij om dit naast mijn songteksten te doen.
Columns zie je dan als een financiële inkomst?
De Vos: Uiteindelijk ben ik aan mijn muziek en schrijven begonnen zonder één financieel plan ever, je zou moeten zot zijn. Als je niet ‘geslaagd’ was in je schrijven of muziek, in welke sector was je dan terechtgekomen denk je?
De Vos: Ik heb lang als bijverdienste in de bouw zitten rondprutsen, omdat ik niet wist van welk hout pijlen maken. Later heb ik ook een leuk ‘sinecure’-jobke gehad, sine cure wil zeggen: zonder zorg. Een bureaujobs waar ik veel zat te dromen en waar ook veel teksten en liedjes zijn ontstaan.
Je schrijft je liedjes thuis tussen de soep en de patatten. Snap je dat vele beeldend kunstenaars hun kil atelier opzoeken waar ze hun eigen paradijsje creëren om hun kunst te maken?
De Vos: Ik ben heel graag onder de mensen, dus om me een week te gaan afzonderen in een bos in de Ardennen, dat is niks voor mij. Het liefst van al zit ik samen met iemand die ook aan zijn eigen ding zit te werken, héérlijk, twee mensen die elkaar stimuleren. Ik hou ervan te werken tussen het leven van alledag.
Jij ziet jezelf niet zoals Nick Cave elke dag van nine to five naar je bureau gaan om daar muziek te gaan schrijven?
De Vos: Ik geloof wel in arbeid en discipline hoor, je moet het wel doen natuurlijk. Soms komt er bijna stoom uit mijn oren van de totale concentratie, maar achteraf denk je: hé, ik heb het toch maar weer gedaan.
Heb jij een muze nodig om te creëren?
De Vos: Nee, daar geloof ik niet in. Vroeger kon ik na een optreden van TC-Matic wel naar huis scheuren om een liedje te gaan schrijven, maar tegenwoordig heb ik dat niet meer. Schrijven is pure discipline, ik geloof zelfs niet in inspiratie.
Wat drijft je dan voort? Voor wie of wat wil je dan blijven ‘aangenaam’ verder zwoegen?
De Vos: Er zitten een miljoen dingen in mijn hoofd rond te tollen, die zitten daar gewoon al klaar. Inspirare wil zeggen: in-blazen, dus die worden er door de negen muzes zogezegd ingeblazen. Maar bij mij zit het er al in en het moet er uit.
Als een beeldend kunstenaar een expo heeft ziet hij dat veelal als een soort synthese van waar hij op dat moment staat, een boek of een cd uitbrengen kan je daarmee vergelijken. Denk je dan ook onmiddellijk aan wat je erna wilt doen?
De Vos: Eén seconde nadat een boek of cd aan het publiek voorgesteld is, denk ik dat eigenlijk. Ik heb het gehad, ik heb het gedaan en boenk, het is eruit en tijd voor het volgende.
Zoals veel beeldend kunstenaars altijd een schetsboek mee hebben in hun tas of als ze op reis gaan, heb jij altijd een notitieboekje bij?
De Vos: Ik onthou wel wat ik hoor en zie rondom mij, maar ik laat het liever wat bezinken om het dan op te stapelen in mijn computer. In mijn nieuw boek komt ook een liefdesscène voor, maar dat is een conglomeraat van alles wat er rondom mij gebeurt is.
Vind je het erg als ik zeg dat ik je eerste song ‘Lieve kleine pyrahna’ je beste song vind? Alsof ik tegen een schilder zou zeggen dat ik zijn schilderijen van 15 jaar geleden beter vind dan degene die hij nu maakt. Dan wil ik toch suggereren dat hij in mijn ogen niet geëvolueerd is?
De Vos: Ik heb dat ook in mijn nieuw boek geschreven. Het gaat over ouder wordende mensen die in de muziek of in de kunst zitten. In het begin kan je iets en de andere mensen vinden dat tof en dan probeer je dat kunstje te perfectioneren en dan zeggen mensen dat het een herhaling is van wat je al gedaan hebt. Terwijl je als kunstenaar gewoon zo goed mogelijk iets probeert te doen. Ik zeg altijd: ik ben de beste zanger van Gorki en heb in de loop der jaren een eigen stijl ontwikkeld.
Je hebt geen nood te evolueren?
De Vos: Je evolueert sowieso als mens en je hebt een betere kijk op jezelf. Je laat meer en meer overbodigheid vallen en probeert meer ‘stylering’ in alles te brengen. In mijn boek heb ik dan ook alle bijvoeglijke naamwoorden geschrapt. Ik ben voor de schijnbare eenvoud. Bij William Turner is dat ook zo, in één lijn geeft hij de mast van een schip weer. Formidabel!
Je ziet je dus eerder een minimalist worden dan een barokke kunstenaar.
Eens kunstenaar, altijd kunstenaar? Doordoen tot de laatste snik?
De Vos: Ja!
Zou je je het niet aantrekken moesten de mensen je beu worden?
De Vos: Het is sowieso voor een beperkt publiek dat je muziek speelt of boeken schrijft. De mensen hebben een wat verkeerde perceptie van mij dat ik een bekende Vlaming zou zijn, maar dat is totaal niet waar. Ik kom misschien 7 keer per jaar met mijn kop 20 seconden op tv. Wat de impact daarvan is op mijn verkoop is echt nihil.
Boeken en cd’s zie jij eigenlijk als kunstwerken die je aan de wereld wilt tonen?
De Vos: Je moet dat gewoon doen! Al zouden dat nul mensen kopen, je wilt dat maken.
Wil je populistische kunst maken of voor een publiek die je werk ‘apprecieert’?
De Vos: We doen nu een tournee langs culturele centra en er komen soms mensen kijken met een abonnement die nog nooit van ons gehoord hebben, maar voor mij hoeven die daar niet als bladopvulling te zitten, dan liever twintig echt geïnteresseerden. Respect moet je trouwens verdienen met de dingen die je doet. Als ik iets maak dat heel goed is, heb ik graag dat dit naar waarde geschat wordt.
Wil jij een boodschap meegeven?
De Vos: Ik probeer gewoon het goede voorbeeld te geven: wees blij dat je leeft, dat je ademt, leef het volle leven en zit niet te zagen over later of over vroeger. Doe vandaag wat je wilt doen! Ik wil dat meegeven met de mensen door zelf het goede voorbeeld te geven, zoals ik ook leef voor mijn liedjes en teksten. Elke dag het voornemen nemen om alles uit het leven te halen wat erin zit! ‘Als je één mens redt, redt je de hele mensheid’, zei Ghandi.
Welk offer zou je nooit maken voor de kunst?
De Vos: Ik sla wel veel dingen af die geld zou kunnen opbrengen, maar die ik niet doe om mijn ‘integriteit’ te bewaren, dus ja, ik ‘offer’ geld (lacht).
Wat wil je dat ze later op je graf zetten? ‘Hij was een toffe gast of hij was een goede schrijver?’
De Vos: ‘God knows I tried.’
Heb je door dit interview meer of minder zin om de hedendaagse kunst te volgen?
De Vos: Meer zin! Ik was bijvoorbeeld blij verrast door die Antony.
Hou me op de hoogte, Hilde!
Beloofd Luc!
Hilde Van Canneyt, Copyright 2009. Met dank aan croxhapox.
Luc De Vos heeft net een boek uit: Het Mensdom, uitgegeven bij ATLAS en te vinden bij de betere boekhandel aan 16,50 euro.
www.gorki.be