Nieuw boek uit

Nieuw boek uit
4321 vragen aan 123 kunstenaars

Interview met Klaus Verscheure


Interview met KLAUS VERSCHEURE (1968), Kortrijk, winter 2019.

*Interview in opdracht van www.de-lage-landen.com
*Expo in Kusseneers (Brussel) nog t.e.m. nu zaterdag 22/6 
*Zaterdag 6 juli artist talk met Dirk De Wachter in Kusseneers

Kunstenaar Klaus Verscheure doen kiezen tussen films regisseren of schilderen, doe je niet. Beide kunstuitingen vullen elkaar aan en houden vooral binnen hemzelf het vuur brandend.


(foto: Saskia Vanderstichele)


Hilde Van Canneyt: Beste Klaus, in ’89 studeerde je af aan het RITCS in Brussel, richting animatiefilm. Een vijftal jaar later begon je als freelance regisseur te werken voor verschillende Tv-series.

Klaus Verscheure: Ik heb inderdaad een pak fictiereeksen geregisseerd, maar dit soort televisiewerk is iets wat ik nog amper doe. Ik ben nu hoofdzakelijk bezig met het realiseren van audiovisuele projecten voor musea. Dit deel van de markt sluit beter aan bij de artistieke wereld waarin ik me beweeg.

HVC: Voor je artistieke oeuvre werk je vaak samen met muzikanten. Zo was er bijvoorbeeld de samenwerking met Stuart A. Staples van Tindersticks. Hoe komt iemand uit België bij zo’n muzikant met wereldfaam terecht?

KV: Tijdens het schrijven van een scenario, hoor ik er altijd muziek bij. Voor een project had ik een shortlist van muzikanten waarmee ik wilde werken, met op de eerste plaats Nick Cave. Ook Tindersticks en Damien Rice stonden daarop. Cave polsen was zo een beetje vragen of God uit de hemel neerdaalt en je de hand schudt. (lacht) Damien Rice wou samenwerken, maar mocht niet van z’n platenfirma. Zo was ik gemotiveerd om Stuart A. Staples te contacteren en mijn scenario door te sturen. Na enkele weken kreeg ik een mail van  hem. We belden, spraken af en hadden direct een match. En zo geschiedde … We hebben veel projecten samen gedaan en dat heeft geleid tot een langdurige vriendschap. Hij heeft de soundtracks voor mijn video-installaties voor het In Flanders Fields museum en C-Mine gemaakt. 













 HVC: Maar erna heb je hem bedrogen met Tom McRae. (knipoogt)

KV: (lacht) Ik had Stuart gevraagd om de muziek te maken voor één van mijn eigen video-installaties, 14EMOTIONS/Allegoria Via Dolorosa, maar hij wou er niet aan beginnen vooraleer de video af was. In diezelfde periode hadden wij samengewerkt met Tom McRae voor een pilootaflevering voor een televisieproject. Tussen Tom en mij klikte het heel goed en daarom vroeg ik hem of hij zin had om de muziek te schrijven. Ik voelde dat hij zou begrijpen wat ik wou vertellen. Ik heb hem mijn storyboards gegeven en zo goed mogelijk proberen uit te leggen hoe ik de 14 emoties voelde. Tom was enthousiast. Het resultaat was adembenemend. We hebben de video-installatie al meerdere keren tentoongesteld met de live-performance van de soundtrack door het Spectra Ensemble. De installatie is een hedendaagse interpretatie van de katholieke kruisweg, maar ontdaan van de religieuze inhoud.

Adam&Eve/Eve&Adam  is een andere video-installatie van mij met muziek die Tom schreef. Op de één of andere manier blijf ik aan de bijbel vasthangen wat betreft mijn video-installaties. Dit blijft een onuitputtelijke bron. Nochtans is het religieuze een wereld die ver van mij vandaan staat. Tegelijk is het christendom één van de fundamenten in Europa en dus ook van mijn opvoeding. De bijbel is een boek vol gruwel, dat ondanks die gruwel, gedurende eeuwen de normen oplegde over hoe we moeten leven. Dat is iets wat ik niet kan begrijpen en dat blijft me ontzettend fascineren. Mijn video-installatie Adam&Eve/Eve&Adam is een verstilde video die gaat over psychologisch geweld met Eva als de mindere, de vrouw als ondergeschikte, zoals bepaald door het instituut kerk. In mijn video wordt Adam Eva en omgekeerd: weg met rollenpatronen, weg met gender.








HVC: Hoe moet ik dat zien, zo’n film construeren? Teken je dat eerst uit? En onderwijl zoek je naar acteurs, dansers, muziek  … ?

KV: Ik denk sowieso in beelden, maar ik werk het wel eerst uit. Ik maak er een scenario en een minutieus draaiboek van. Doordat ik animatiefilm volgde, teken ik nogal snel storyboards.  Het helpt ook om het zo aan de crew uit te leggen. Ik weet op de set heel erg goed wat ik wil en hoe ik het wil. Ik zoek inderdaad acteurs die kunnen uitvoeren wat in mijn hoofd zit. Het zijn daarom niet noodzakelijk beroepsacteurs, maar het kunnen evengoed (dikwijls zelfs) dansers zijn. Ook wat betreft de muziek kan ik uitleggen hoe ik wil dat iets voelt. Ik heb ideeën over instrumentatie en over groots of klein, maar vertrouw daarna heel erg op de componist. Uiteindelijk is het teamwork. Als team werken is het allerbelangrijkst, waar ik als kunstenaar het team leidt. 






HVC: Wanneer je schildert, heb je direct resultaat. Als je een film maakt, ben je al snel een (half) jaar bezig. Ze staan heel erg naast elkaar qua werkwijze, denk ik.

KV: Schilderen is heel erg individueel. Daarvoor ben ik afgesloten van de wereld in mijn atelier bezig. Want video’s maken doe je met een hele ploeg. Om te schilderen heb je ook niet zoveel nodig: verf, papier, doek, … Een video-installatie construeren is al snel een heel dure aangelegenheid, toch deze die ik creëer. Ik heb een setting nodig: acteurs, make-up, kledij, cameramensen, licht, …

HVC: Je kreeg in 2008 de vraag van het Broelmuseum in Kortrijk om een werk te maken rond de expo ’58.

KV: Ik heb toen een foto van die tijd opnieuw gemaakt. Uiteindelijk ging het mij er om met hedendaagse technieken, een kopie te maken van de originele foto. Ik heb een modefoto gekozen, deze ingescand en omgezet in 3D, omdat ik geen verhoudingen had. Ik wist alleen hoe groot de vloertegels waren. Zo kon ik vaststellen dat de mannequin 1,63 meter lang was en op welke hoogte de camera stond. Ik zocht een mannequin die erop leek en liet het kleed en de stoel namaken. Dat proces heb ik gefilmd en op de expo hing de foto met ernaast een video. Iemand van Erfgoed Vlaanderen had dit gezien, kwam naar mijn atelier en vroeg me voor een solo in Fort Napoleon in Oostende. Ik toonde er werk onder de noemer Holiday Greetings. Dat was in 2009. Erna had ik plots een galerie in Amsterdam, het jaar erna hing ik in New York.










 HVC: Je geschilderde ‘portretten’ zijn nooit ‘zomaar’ portretten ... Je zoekt geen voor de hand liggende schoonheid. Beter gezegd: ik vermoed een duistere schoonheid. Gruwel en geweld zijn soms niet ver weg.

KV: Ik kan niet eenvoudigweg portretten schilderen als er geen verhaal bij is. Wel is het zo dat slechts het verhaal voor mij belangrijk is. Ik hoef het niet meer noodzakelijk aan de buitenwereld te vertellen. In de reeks Smiling Faces, heeft elke beeltenis die titel, maar met een nummer erbij. Het zijn portretten van misdadigers, maar eigenlijk hoeven we dat niet te weten. Als iemand komt kijken, heeft hij het achtergrondstory niet nodig.

HVC: Voor ons is het niet belangrijk te weten  wie die afgebeelde personen zijn?

KV: Neen.

HVC: Vanwaar de titel Smiling Faces?

KV: Ik hoop dat we ooit terug de glimlach op hun gezicht zien.

HVC: Ik las dat je veelal schildert wat-net-is-gebeurd. Letterlijke en figuurlijke details blijven afwezig. Omdat je met vloeibare verf schildert, zijn ook je drippings een typisch Verscheure-kenmerk.

KV: Ik wil vermijden om prentjes te schilderen. Ik wil emotie tonen, maar dat doe ik door net alle emotie weg te halen. Ik haal in se alle anekdotiek weg uit mijn werken. Wat ik wil bereiken, is dat mensen voelen dat het werk iets met hen doet, zonder dat ze het daarom kunnen definiëren. Je zal bij mij nooit een portret in actie zien of ook nooit wind zien in mijn landschappen. Mijn oeuvre gaat over het punt dat iedereen in zijn leven al heeft gevoeld waarbij je moet kiezen: overgaan tot geweld of net niet. Mijn werk gaat over dat extreem dun kantelmoment, waarbij je ofwel dader of slachtoffer wordt. Mijn landschappen zijn allemaal plaatsen waar iets is gebeurd, waar ik de tijd stilzet. Mijn huizen zijn allemaal crime scenes. Idem voor mijn bomen en landschappen. Ik schilder niet zomaar mooie plaatjes. Ik wil daarom geen onbehagen scheppen voor de toeschouwer, maar het zelf wél voelen als ik een werkstuk maak. Misschien is het wel mijn doel om er terug een stuk schoonheid in brengen.

HVC: Heb je een bepaald atelierritme?

KV: Als het onrustig wordt in mijn hoofd, is het tijd om te schilderen. Of ik ervoor weet wat ik zal schilderen? Neen. Wél of ik portretten of landschappen zal maken. Ik kan ook van het ene in het andere moment in de zone komen. Ik kom binnen, zet muziek op een onwaarschijnlijk volume en ik zit erin. 

HVC: Dat je bijna uitsluitend in het zwart schildert, is geen toeval.

KV: Dat komt omdat ik bijna alleen maar schaduwen schilder en nooit licht. Ik merk dat door de jaren mijn fascinatie voor schaduwen alleen maar groter wordt.

HVC: Wie zijn je inspiratiebronnen?

KV: Ik heb vooral fotografen als inspiratiebronnen en kijk dan naar Rineke Dijkstra en Andres Serrano, Sally Mann, Erwin Olaf … Door de jaren heen ben ik een groot bewonderaar van Bill Viola geworden Ik kan niet anders dan de vergelijking met hem ondergaan, maar ik vind dat geen slechte vergelijking. (lacht) Wat het collectief AES+F doet, volg ik ook op de voet.

HVC: Stel dat ik je hier binnen tien jaar terug komt ondervragen, hoe zou je die jaren graag voor je zien?

KV: Een video maken, kost veel  tijd en centen. Het voordeel is dat als ik schilderijen verkoop – dat geld kan investeren in video’s. Maar alles hangt dus af van die fluctuatie. Dat is nog een rem die zit op het maken van die video’s. Maar ik wil toch streven om geregeld  met een nieuwe video-installatie op de proppen te komen.

HVC: En dan nu, op je vijftigste, is er ‘het eerste ‘grote boek’ Black is a color’.

KV: In deze tijden kan je altijd beslissen om in eigen beheer een boek uit te brengen, maar nu kwam Bruno Devos van Stockmans Art Books op mijn pad met het voorstel. Ik ben hem daar super dankbaar voor. We hebben het voorbije jaar samen een hele weg afgelegd. Ik wilde bijvoorbeeld met drie types papier werken omdat ik het woord op een ander papier wilde, evenals de expofoto’s: heel dun papier, zodat het bijna een krantengevoel krijgt. De schilderijen zijn gedrukt op een mat tekenpapier, mijn video’s op glossy-papier. Ook de opbouw van het boek is merkwaardig. Het is een filmische beleving, wat in mijn werk niet onbelangrijk is.
Er staan ook bewust nergens titels of afmetingen van de werken bij, net om die flow niet te onderbreken.

HVC: Het is ook geen catalogue raisonné, meer een boek om te doorbladeren.

KV: We hebben de deur eventjes op een kier gezet om in mijn wereld te stappen. Het is opgevat als een totaalwerk.

HVC: Boekhandel Theoria in Kortrijk stelde het boek voor naar aanleiding van art@the bookshop.

KV: Er zullen vijf tentoonstellingen per jaar plaatshebben, telkens opgebouwd rond een specifiek kunstboek. In de Theoria-agenda staan al Peter De Cupere, Daniëlle van Zadelhoff, Koen Vanmechelen, Max Pinckers enz ...  De presentatie zou telkens op zondagvoormiddag zijn. Daarbij worden ook artist talks georganiseerd. 

HVC: Een aanrader! Dank voor het gesprek Klaus.

Hilde Van Canneyt

Boek uitgegeven: Stockmans Art Books  ISBN 9789077207598

BLACK IS A COLOR, klaus verscheure, uitgegeven door Stockmans Art Books
ISBN 9789077207598

Upcoming expo’s: 
Black is a Color - 25/05 - 22/06 Solo at Kusseneers Gallery Brussels
Home Sweet Home -16/06 -21/07  Kunstenhuis Harelbeke
Dadasein - 20/07 - 13/10 Palais Abbatial - Saint-Hubert

Za 6 juli 19: Artist talk met Dr. Dirk De Wachter, Kusseneers, Brussels.

















statcounter